
Vanaf 2027 moet de vliegbelasting jaarlijks ruim 250 miljoen euro extra opleveren. Langeafstandsvluchten worden daarbij zwaarder belast vanwege hun hogere uitstoot. Onderzoeksbureau CE Delft heeft hier onderzoek naar gedaan, en afgelopen maand kregen betrokken partijen de eerste cijfers te zien. Mondje dicht, uiteraard, want de Tweede Kamer is nog niet geïnformeerd. Minister Madlener komt Q2 met zijn plan over hoe hij de pijn wil verdelen.
Voor een vertrekkende passagier op Schiphol betaalt een luchtvaartmaatschappij nu al 29,75 aan havengelden, 22,28 voor beveiliging, 29,05 vliegbelasting, en 1,90 voor faciliteiten voor mindervaliden. Samen dus 83 euro, en dan heb je nog geen meter gevlogen. Als Madlener met een extra heffing komt voor verre vluchten, komt daar nog 50 tot 60 euro bij.
Er zijn ook andere scenario’s denkbaar: extra belasting op heel verre vluchten (bijvoorbeeld boven 6.000 of 8.000 kilometer), of juist op korte vluchten (onder de 500 kilometer). Of misschien een toeslag per stoeltype: Business Class veroorzaakt per passagier meer uitstoot dan Economy, maar wat is Business Class? En Premium Economy of Economy Comfort? Krijgen lowcostmaatschappijen met hun krappe stoelen dan korting? Als ik minister was, zou ik het simpel houden. Daarnaast heb ik nog een tip: wie elektrisch vliegt betaalt geen vliegtaks. Het komt er aan, duurt misschien nog een paar jaar, maar timmer het nu al vast in de wet.
De huidige discussie draait vooral om de vraag hoe we de belasting gaan invoeren. Maar belangrijker is misschien de vraag: moeten we dit wel doen? De verhoging van de tickettaks is een jaar geleden afgesproken in het Hoofdlijnenakkoord. Maar sindsdien is de wereld veranderd.
De internationale handel is dankzij Trump flink opgeschud. In Duitsland heeft het nieuwe kabinet Merz besloten om de luchtvaartheffingen juist te verlagen en geplande verhogingen terug te draaien. In België is sinds februari de regering-De Wever aan de macht. Zij hanteren een uniforme belasting van 5 euro (10 bij vluchten onder 500 kilometer). Voor verre bestemmingen stijgt de taks daar dus slechts van 4 naar 5 euro terwijl in Nederland de vliegbelasting op verre vluchten in 2027 naar 80 à 90 euro groeit.
Kortom: sinds het akkoord is vastgesteld, is de economische onzekerheid toegenomen, dreigt een recessie en slaan onze buurlanden juist een andere richting in wat betreft vliegbelasting. Dit kan leiden tot meer uitwijkgedrag. Nu al vertrekt 15 procent van de Nederlandse vakantiegangers vanaf een buitenlandse luchthaven.
CE Delft denkt dat het ‘weglekeffect’ meevalt. Maar zoals de onderzoekers toegaven: met de recente beleidswijzigingen in Duitsland en België is in hun studie nog geen rekening gehouden. Nou dat zou ik toch maar eens doen! Want met dit beleid bereikt Nederland mogelijk precies het tegenovergestelde van wat men beoogt — zowel qua milieu als qua belastingopbrengst.
Toch nog iets positiefs? Ik zet er een fles wijn op dat de Canarische Eilanden en Madeira - ook al liggen ze wat verder - onder het huidige tarief blijven. En dat is alvast een kleine geruststelling voor onze vakantievliegers.