Gevechtsvliegtuigen van de NAVO-lidstaten moesten dit jaar ruim 300 keer uitrukken om Russische militaire toestellen te onderscheppen. Die maken er een gewoonte van om hun transponder uit te zetten, geen vluchtplan in te dienen of niet te communiceren met de luchtverkeersleiding, zo stelt de organisatie.
Het merendeel van de onderscheppingen vond boven de Baltische Zee plaats; het kwam zelden voor dat Russische vliegtuigen zonder toestemming het luchtruim van NAVO-leden schonden. Volgens de NAVO waren de meeste ontmoetingen in de lucht ‘veilig en professioneel’: grote incidenten deden zich niet voor.
Sinds Rusland de oorlog tegen Oekraïne startte zijn NAVO-landen extra alert op verdachte vliegtuigen. Daarnaast is het aantal gevechtsvliegtuigen op bases in bijvoorbeeld Roemenië opgevoerd om meer te kunnen patrouilleren rond de NAVO-grenzen in Oost-Europa.